Blogs
Eigenlijk is dit een min of meer kunstmatige teelt van nieuwe koninginnen want: (1) UIt een raam met 1-dags larfjes haalt de overlarver één larfje met een beetje aanhangend voedsel en plaatst het individuele larfje in een klein dopje (fig. 2). Let wel! Het aanhangend voedsel voorkomt dat het larfje uitdroogt tijdens transport. Om uitdroging te voorkomen wordt het larfje vaak in een moerloos startersvolkje geplaatst, daar krijgt het larfje de eerste verzorging als koninginnen-larve en beginnen de jonge voedsterbijen met de bouw van de koninginnencel/moerdop. Na een paar dagen worden larfje/larfjes vanuit de starter overgeplaatst naar het pleegvolk waarin ontwikkeling tot volwaardige koningin plaats vindt en op.
De belangrijkste rol van een startervolkje in de koninginnenteelt is de eerste opvang en verzorging van de larfje nadat de overlarver een 3-daags eitje of eendagslarfje in een moerdopje heeft gelegd.
Een drie-raamskastje is voldoende om een startersvolkje te maken. In deze drie-ramer plaatsen we we een kantraam met uitlopend broed en nog wat gesloten voer en ander kant uitgebouwd kantraam dat door de imker is gevuld met water. In het midden houden we ruimte voor het dekplankje met in het midden een rij met gaatjes waar de dopje met eitjes komen (zie afbeelding).
Nu kloppen we een 2/3 ramen met jonge bijen (uit de moerloze onderste bak in de drie-ramer), de starter is nu klaar om de dopjes te ontvangen1. Na een aantal uren zullen de jonge bijtjes beginnen met het voeren van de larfjes en wordt er ook begonnen met de bouw van de moer dop. Ongeveer 24 uur na het inhangen van de dopjes met eendagslarfjes kan de imker het aantal aangeslagen doppen tellen, te herkennen aan de door de jonge bijen gestarte bouw van een moerdop.
1 De starter kan nu in alle rust meegenomen/vervoerd worden en de jonge bijen kunnen de larfjes voorzien van vocht en nectar/honing. Na 3 tot 5 dagen kunnen de dopjes in het pleegvolk worden gehangen
Pleegvolk: In een moergoed volk dat bijvoorbeeld op 2 bakken staat zorgen we ervoor dat de koningin in de bovenste bak zit met een aantal uitgebouwde raten die de koningin kan beleggen. Eventueel een aantal ramen met uitlopend broed. We leggen een koninginnen rooster tussen de twee bakken en controleren of de koningin in de bovenste bak zit.
In de onderste bak zitten een aantal ramen met gesloten uitlopend broed en veel jonge voedsterbijen (ouder dan 8 dagen) met actieve voedersapklieren. Deze bak, zonder koningin dus, kunnen we gebruiken als pleegvolk.
Bevruchtingsresultaat Neeltje Jans en Texel 2021
In 2021 hebben gedurende 3 periodes bevruchtingskastjes gestaan op Neeltje Jans. Er stonden voortdurend 5 darrenvolken opgesteld......…
Lees meer ›
Bevruchtingsresultaat Neeltje Jans 2020
In 2020 hebben gedurende 4 periodes bevruchtingskastjes gestaan op Neeltje Jans......…
Lees meer ›
Bevruchtingsresultaat Neeltje Jans 2019
In 2019 hebben gedurende 3 periodes bevruchtingskastjes gestaan op Neeltje Jans......…
Lees meer ›
Teeltperiodes Neeltje Jans 2022
De DDB organiseert in 2022 drie teeltperiodes op bevruchtingsstation Neeltje Jans.....…
Lees meer ›
Bevruchtingsresultaat Neeltje Jans 2018
Een goed bevruchtingsresultaat voor de eerste periode op Neeltje Jans, ongetwijfeld als gevolg.....…
Lees meer ›
Teeltverslag 2018
Dit jaar zijn naast Neeltje Jans voor het eerst het Leuvenumse Bos (eigendom van Natuurmonumenten) en een particulier terrein in Tersoal ten zuiden....…
Lees meer ›